Danocratie
Vanavond ben ik de enige dame aan eettafel. Mijn eigen kids zijn vanmorgen door hun Opa opgehaald, Oma is jarig en viert haar verjaardag. Opa is dinsdag jarig en viert ook zijn verjaardag. Dubbel feest in de Zaanstreek. Gezellig voor de meiden en ook voor Opa en Oma. Feest in de Zaanstreek.
En dus hebben we hier een mannenhuis dit weekend met mij als enige dame. En juist hierover barst natuurlijk een discussie los.
Ondanks het feit dat jongste stiefje vandaag zijn eerste werkmiddag als vijftienjarige vakkenvuller had bij de AH en hij daarom vanavond ietwat vermoeid aan tafel zit, werkt zijn grijze massa nog supergoed. Nou is hij altijd al van de onderhandelingen geweest en vanavond is dat al niet anders. Vol goede moed gooit hij de stelling op tafel dat vanwege het feit dat mannen de meerderheid hebben vandaag en we tenslotte in een democratie leven, we nu wel kunnen stemmen wie een luchtbuks wil hebben. Bij een meerderheid zullen we er dan eentje kopen. Ouders betalen dan natuurlijk.
Nou zit er hier in huis een verhaal vast aan het gegeven “luchtbuks”. Dat wij hier een paar jaar geleden kwamen wonen wilde Ewout namelijk graag een luchtbuks hebben. Ik zei toen nee. En ik zeg nog steeds nee. Want ik wil zo’n ding niet. Ik ben namelijk veel te bang dat de jongens elkaar achterna gaan zitten met zo’n ding. Ik wil zo’n ding niet in huis hebben. En er komt er ook geen. Toen ik Ewout namelijk leerde kennen, waren de jongens twaalf, elf en tien jaar oud, zaten ze elkaar achterna met Nerf geweren en sloegen ze elkaar heel hard op de vingers met zelfgemaakte houten zwaarden. Nu zijn ze heel wat jaartjes ouder en maken ze elkaar af in cyberspace en oudste pest zijn broers continue, hij lijkt er maar geen genoeg van te krijgen. Omdat Ewout en ik allebei fulltime werken zien we niet altijd wat er thuis gebeurd. En daarom wil ik niet dat er een luchtbuks komt. Tot zover het verhaal luchtbuks.
We zitten dus aan tafel, Ewout, ik en de mannetjes. Het verzoek tot stemmen komt op tafel vanwege de gemeende democratie.
Tja zegt Ewout tegen jongste; maar weet je dan nu nog niet dat er hier in huis helemaal geen Democratie heerst? We leven hier in een Danocratie! Daan maakt alles in huis uit, zegt Ewout lachend. Nou, nou, zeg ik een beetje verongelijkt. Dat is toch niet helemaal waar? Maar vier lachende hoofden, inclusief die van Ewout, kijken me knikkend aan. Ze zijn het allevier roerend met elkaar eens. Ze leven hier in een Danocratie waarin ik dus degene ben die blijkbaar alles uitmaakt. Ik denk er nog eens goed over na en dan geef ik aan: “Het gaat toch allemaal niet helemaal vanzelf hier in dit huis hoor, want we leven hier dan misschien dan wel in een Danocratie maar er wordt hier regelmatig een poging tot staatsgreep gedaan”. Een poging tot staatsgreep door het vrouwelijke geslacht besluiten de mannen lachend.
En terwijl ik dit verhaal opschrijf bedenk ik me: “wat klopt er niet aan dit verhaal?” Want is het eigenlijk niet het mannelijke geslacht die van de dominante genen zijn? Of zijn de vier mannelijke exemplaren hier in huis toevallig alleen maar dragers van het dominante gen?
Maar goed, vanwege de Danocratie; dus echt geen luchbuks hier in huis.